Op zoek naar uitbreiding, kocht hij in 2006 het bedrijf aan Floraweg 34. Het bedrijf, bestaande uit een schuur en een kas leent zich prima voor de Dahliateelt. Daarnaast huurt Ruud op diverse plaatsen in de Veenderpolder stukken land en kas, waar hij Dahlia’s buiten teelt.
De schuur aan Floraweg 34 is verworden tot het logistieke hart van zijn bedrijf. In de winter ontvangt hij daar alle nieuwe knollen en in de zomer worden alle geoogste Dahlia’s er verzameld en verzendklaar gemaakt voor de klanten. Zo is het bedrijf uitgegroeid tot de grootste aanbieder van Dahlia’s in Nederland, zowel in volume als in het aantal soorten.
Eenjarige teelt voor alle afzetkanalen
Dahlia’s zijn in principe een eenjarige teelt. Ruud: “Dahlia’s zijn knolbloemen. Jaarlijks kopen we nieuwe knollen in die we van december tot en met januari planten. We beginnen in de kas om vervolgens de buitenlocaties vol te planten. We plannen het zo dat we half april – begin mei de eerste Dahlia’s kunnen oogsten en daarmee als eerste aanbieders op de markt komen.”
Het oogstseizoen van Dahlia’s loopt van half april tot half november uit de kas. Buiten begint het seizoen eind juni tot half oktober, afhankelijk van het weer. In totaal oogst Ruud ongeveer 2,5 tot 3 miljoen takken per jaar, die allemaal via de veilingklokken (70%) en de directe verkoop (30%) hun weg vinden naar de Europese consumenten.
Dahlia’s worden veel verwerkt in boeketten, maar lenen zich ook uitstekend voor de verkoop als monoboeket. Zo kan het zijn dat de Dahlia’s van Ruud uiteindelijk terechtkomen in zowel supermarkten als in bloemenwinkels door heel Europa.
Dicht bij veredelaars
In de vrije natuur zijn er ontelbare Dahliasoorten te vinden, waarvan er slechts enkelen geschikt zijn voor de bloementeelt. Daarvan teelt Ruud er ongeveer 20 tot 25. “Het is belangrijk om een goed assortiment te hebben: zowel qua kleur als houdbaarheid. Vernieuwingen in het assortiment zijn vaak gericht op het verbeteren van de houdbaarheid van de bloem. Wij veredelen niet zelf, maar volgen de ontwikkelingen in de veredeling op de voet en testen regelmatig nieuwe soorten uit. Van een aantal soorten hebben we het alleenrecht gekocht, zodat we ons op de markt blijvend kunnen onderscheiden.”
Arbeidspool en toekomstplannen
Ruud heeft geen vaste medewerkers in dienst. Het werkaanbod is daar veel te grillig voor; in de winter bereidt hij met een klein aantal mensen het nieuwe seizoen voor en in de zomer heeft hij werk voor minimaal 24 mensen. “Op zich levert dat geen problemen op. De tulpenbroeiers in dit gebied kennen een tegengesteld seizoen. Zij oogsten in de winter en bereiden voor in de zomer. Veel van hun tijdelijke arbeidskrachten, werken in de zomer weer bij mij. Dat werkt prima!”
Over de toekomst zit Ruud dan ook helemaal niet in: “We gaan rustig door met uitbreiden. Het liefst op een locatie, maar zoals het nu gaat voorzie ik ook geen enkel probleem om mijn bedrijf verder te blijven ontwikkelen.” besluit hij met een lach.
