In iedere tuin een Nerine, daar ga ik voor
Kitty de Jong van Agrofleur uit Roelofarendsveen heeft een duidelijk doel voor ogen: in alle tuinen moet een Nerine of Amerine komen te staan. Hoe zij hieraan werkt, welke invloed de energiecrisis heeft en wat zij van de gemeente verwacht, vertelt zij in dit artikel.
Hoe heeft jullie bedrijf zich in de afgelopen 2,5 jaar ontwikkeld?
Toen corona begon hadden we de grootste afzet van zowel bloemen als bollen (Nerine en Amarine) al gehad. De Agapanthus bloemen moesten echter nog komen. Omdat deze wit zijn en veel voor huwelijken en feesten gebruikt worden, viel de afzet hiervan tegen. Toch hebben we al met al goed gedraaid in de afgelopen jaren, vooral de bollen voor tuingebruik hebben aan populariteit gewonnen. Om alle markten goed te kunnen bedienen hebben we in de afgelopen jaren ook een consumentenwebshop voor de bollen ontwikkeld. Verder doen we veel aan automatisering en kijken we samen met het team hoe we processen efficiënter kunnen laten verlopen. Belangrijk onderdeel hiervan is ook om de rassen op productiviteit en ziektegevoeligheid te beoordelen. Afgelopen jaren hebben we hiervoor een systeem ontwikkeld om dit nog beter in kaart te brengen.
Hoe gaan jullie om met de huidige energiecrisis? Welke impact heeft dat nu op jullie bedrijfsvoering? En welke impact heeft het op de lange termijn?
Amarine en Nerine telen wij in het voor deze gewassen natuurlijke seizoen, wat betekent dat we weinig gas nodig hebben. Onze bollen moeten als ze van het land komen nog wel gedroogd worden zodat ze binnen 24 uur na de oogst droog aan de bloemontwikkeling kunnen beginnen. Hiervoor is veel gas nodig. We zijn nu aan het onderzoeken of het nodig is dat we alle soorten op dezelfde manier drogen: misschien kunnen we hierin onderscheid maken en daardoor een besparing realiseren. Daarnaast onderzoekt het bedrijf, waar we deze droging en verwerking van de bollen doen, of er ook gasloze drogingsmethoden zijn.
De impact van de hoge energieprijzen is groot, als we de kosten doorrekenen moet een bol zomaar 3 tot 4 cent meer opbrengen. De vraag is of consumenten de bollen dan nog steeds willen blijven kopen. Ook daarom is het voor ons belangrijk om nog efficiënter te gaan werken, een hoge productiviteit van een soort te halen en marktleider te blijven in de Amarine en Nerine op bollengebied.
Hebben jullie stappen ondernomen om het energieverbruik te verminderen?
Zoals gezegd is bij ons de soortkeuze van groot belang, evenals de manier van produceren. Daarnaast bekijken we of het voor ons haalbaar is om te investeren in zonnepanelen: omdat we kleinverbruiker zijn, was dit voor ons eerder niet interessant. We merken wel dat we, door de drukte bij toeleverende bedrijven, nu bijna niet aan bod komen. Een extra uitdaging is dat in de winter ons stroomverbruik hoger is en dat de opslag van energie nog in de kinderschoenen staat.
Hoe heeft jullie afzetmarkt zich ontwikkeld – en wat verwachten jullie van de nabije toekomst?
De Amarine en de Nerine winnen aan bekendheid, zowel de bloem als de bol. We proberen deze ontwikkeling door te zetten met bestaande en nieuwe soorten. Voor veel mensen zijn het nog onbekende bloemen: zowel voor het gebruik in een boeket als in de tuin. Mijn doel is dat in iedere tuin een Nerine/Amerine komt te staan zodat iedereen in het najaar – als de tuinen grotendeels uitgebloeid zijn – kan genieten van deze herfstbloeier!
Wat verwachten jullie van de gemeente – wat is jullie boodschap voor de nieuwe gemeenteraad en voor het nieuwe college?
We rekenen erop dat de gemeenteraad de tuinbouw serieus neemt en blijft nemen. En met onze sector in gesprek blijft gaan over de beste manier om de tuinbouw de ruimte te geven. Dat betekent in onze optiek ook dat we kritisch moeten durven kijken naar de ontwikkelingen in de tuinbouwgebieden. Wij zijn gevestigd in het gebied Flora- en Geestweg en lopen in de verduurzaming en ontwikkeling van ons bedrijf steeds meer tegen de grenzen van dit gebied aan. Ons stuk land is bijvoorbeeld te smal om machinaal bollen te kunnen rooien: de benodigde machine kan de kas niet in. Ook moeten wij relatief veel geld investeren in de beschoeiingen, anders kalft ons land af. Dat is pure noodzaak, maar economisch gezien, schieten we daar als bedrijf niets mee op. De vraag is dan of er in dit gebied nog duurzame tuinbouw mogelijk is. Wij zijn als bedrijf aan het groeien en worden steeds innovatiever: we verwachten dat we op termijn hier dan niet meer uit de voeten kunnen.