Ondertussen in het buitenland
Joris Elstgeest is eigenaar van Elstgeest Potplanten in Nieuwe Wetering en mede-eigenaar van een aantal tuinbouw start-ups in zowel Nederland als Afrika. Hij ziet dagelijks om zich heen wat de effecten van de coronacrisis zijn op internationale investeringen in de tuinbouw.
“Internationaal gaan de ontwikkelingen in de voedseltuinbouw vele malen sneller dan die in de sierteeltsector. Grote, voornamelijk Amerikaanse, investeringsmaatschappijen investeren in groenteeltbedrijven van honderden hectaren. Gedreven door het feit dat de wereldbevolking nog steeds groeit en dat voedsel een schaars goed dreigt te worden. Covid-19 heeft ervoor gezorgd dat de focus nog meer dan in de jaren hiervoor verlegd is naar ‘local for local’ productie.
Sierteelt blijft een Nederlands feestje
De sierteelt is en blijft in de kern nog steeds een Nederlands feestje. De kwekerijen in het buitenland groeien nog wel, maar veel minder snel dan groenteteeltbedrijven. Het assortiment komt nog steeds uit Nederland. De rol van de veredeling wordt daarin steeds belangrijker: wie de juiste nieuwe soorten heeft, bindt en boeit de afzetmarkt.
Afhankelijkheid van logistiek en minder aandacht voor de Brexit
Covid-19 heeft onze afhankelijkheid van de wereldwijde supplychain hard aangetoond. Het probleem in de eerste lockdown lag vooral in de logsitiek. De vraag hield in het algemeen redelijk stand, het was de logistiek die zowel in de import als export spaak liep. In reactie hierop zie ik dat ondernemers hun risico meer spreiden door bijvoorbeeld een deel van de productie van het uitgangsmateriaal terug te halen naar Nederland. Covid-19 heeft ook onze aandacht een beetje weggetrokken van de Brexit. Hoe die gaat verlopen en welke consequenties dat heeft voor de afzet naar Groot-BrittaniĆ« is nog heel onduidelijk. Misschien zelfs nog onduidelijker dan het effect van Covid-19 op de algemene afzet in Europa. De afzet naar Oost-Europa groeit nog steeds. De afzet naar Zuid-Europa staat onder druk, evenals de afzetkanalen die zich specifiek richten op de zogenaamde ‘rouw- en trouw’ evenementen.”