Skip to main content

Trends in de tuinbouw 2022

De ontwikkelingen in de tuinbouwsector gaan razendsnel. Innovatie, duurzame ontwikkelingen, de corona- en energiecrisis spelen daarin een belangrijke rol. Lees hier de belangrijkste trends die kennishebbers van de sierteeltsector zien. 

2021: Nederlandse productie op peil, vraag omhoog
Nederlandse kwekers van bloemen en planten realiseren bijna 90% van hun omzet in de export. In 2021 nam de exportwaarde met 22% toe ten opzichte van 2020 en brak daarmee door de grens van 7 miljard euro heen. De Nederlandse sierteelt profiteerde zowel van een hoge vraag als van een wereldwijd lager aanbod. Omdat de Nederlandse productie wel op peil bleef, profiteerde Nederland bovengemiddeld, wat resulteerde in een prima prijsontwikkeling. De stijging van de transportkosten maar die konden in veel gevallen doorberekend worden aan de klanten. 

2022:  vraag blijft op niveau
Ook voor 2022 zijn de verwachtingen positief. Bloemen en planten blijken in coronatijden populair en consumenten accepteren vooralsnog de hogere prijzen. Het sierteeltareaal en dus het aanbod neemt bovendien niet of nauwelijks af, terwijl dat in het buitenland wel gedaald lijkt. Concurrerende bloemenimport vanuit Afrika en Zuid-Amerika kampt bovendien met capaciteitsproblemen in het luchtvervoer.

2022: rendementen onder druk
In de glastuinbouw is het aandeel van energie in de kosten van bloemen, planten of groenten 10 tot 25%. De in 2021 hoog opgelopen gas- elektriciteitsprijzen drukken de stemming in de branche (de Nederlandse elektriciteit wordt voor een groot deel opgewekt met aardgas). De Het korte termijneffect van de oplopende energiekosten verschilt echter sterk voor individuele bedrijven. Sommige bedrijven hebben er nu niet direct last van, omdat ze de inkoopprijs van aardgas voor een paar jaar volledig hebben vastgelegd. Andere bedrijven worden vrijwel direct geconfronteerd met de hogere dagprijzen, omdat ze alles tegen variabele tarieven inkopen. De meeste bedrijven zitten daar ergens tussenin. Het is belangrijk dat iedere ondernemer doorrekent wat de financiële impact is van de hoge gasprijs op de korte en lange termijn.

Dankzij de genoemde hoge omzetten opgebouwde reserves en de (gedeeltelijke) afdekking van de energieposities voor de komende tijd lijkt het gros van de tuinbouwbedrijven vooralsnog rendabel te kunnen blijven draaien. Bovendien proberen ondernemers de bedrijfsvoering tijdelijk aan te passen door bijvoorbeeld minder intensief te belichten en te telen. Hierdoor worden de energiekosten gedrukt, het aanbod gemanaged en zouden de prijzen op het huidige hoge peil kunnen blijven. Het blijft de komende periode belangrijk dat iedere ondernemer doorrekent wat de financiële impact is van de hoge gasprijs op de korte en lange termijn.

De noodzaak voor de energietransitie is hoog
De huidige hogere gasprijzen maken duidelijk dat de sector (nog sneller) minder afhankelijk moet worden van aardgas. Om een (nagenoeg) fossielvrije glastuinbouw te bereiken, moet de energietransitie voortvarend worden aangepakt. Alleen dan heeft de Nederlandse glastuinbouw over enkele decennia nog bestaansrecht. Bij het huidige gebruik zijn hoge energieprijzen op lange termijn funest voor de concurrentiepositie. Daar komt nog bij dat de hoge energieprijzen ook invloed hebben op de kosten van andere bedrijfsmiddelen. Bij de productie van plastic en kunstmest, bij de verpakking van gereed product of bij het transport van groente, fruit en bloemen zijn energiekosten een fors onderdeel van de kostprijs. Veel van deze productiemogelijkheden zijn al in prijs gestegen en stijgen mogelijk verder in de komende maanden.

Vandaar de noodzaak om de energietransitie in de glastuinbouw en toeleverende industrie snel op te pakken. De zogenaamde ‘Trias Energetica’ is daarbij een goed strategisch model om te volgen. Dit model bestaat uit drie belangrijke maatregelen:

  1. Beperk zo mogelijk de energievraag zoals bijvoorbeeld door ‘Het Nieuwe Telen’ waarbij de teelt optimaal wordt gestuurd of de aanleg van een extra scherm;
  2. Maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen zoals zonne- en windenergie, geothermie en biomassa;
  3. Gebruik de dan nog benodigde fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk.

(bron: Rabobank, ING, CBS)